Onze imker Anton en zijn vrouw Anniek komen elk jaar met onze hulpboeren honing slingeren van onze eigen bijen. De hulpboeren helpen ontzettend graag met draaien. Ook mogen er bezoekers komen kijken en mee slingeren.
En de tweede bijenzwerm van dit seizoen..
Donderdag voor de geraniummarkt werd ik gebeld door een bewoner van de wijk naast Buitengewoon: of ik belangstelling had voor een zwerm bijen. Hij bleek in een tak van de heg aldaar te zitten en boog onder het gewicht van een intussen door een regenbui nat geworden zwerm behoorlijk ver door, tot bijna op de grond.
Bij Buitengewoon een kruiwagen en bijenkast gehaald, de tak met bijen voorzichtig opgetild, de kast eronder gezet en vervolgens de zwerm in de kast gehangen en afgeschud. Allemaal tegelijk erin en klaar is Kees!
Meestal vinden de mensen, die zoiets overkomt spannend, maar vooral fascinerend. Dan heb je vele vragen te beantwoorden en dat is erg leuk. En zo ook deze keer. Dan ben je nog langer in gesprek dan de tijd, die je nodig hebt om de zwerm te scheppen.
Inmiddels staat het kastje met de zwerm in de bijenstal op de volkstuin, want in het stalletje bij Buitengewoon is geen plaats meer. En ook zou het kunnen dat de zwerm afkomstig is van een volk bij Buitengewoon. Een van die volken was al een tijdje in ‘zwermstemming’ zoals dat heet. Dan moet je zo’n volkje niet in dezelfde stal terugzetten.
Anton Danen, huisimker
Lente
Na een zachte winter komt in maart het voorjaar eraan. Wanneer de temperatuur iets hoger wordt dan gaat de koningin weer flink aan de leg. Dat moet ook wel want de winterbijen zijn eind maart begin april allemaal weg en dan moet het stokje overgenomen zijn door de zomerbijen. Dit jaar hadden we in februari al enkele warme dagen. En dan zie je in de kast al flinke activiteit: wanneer je het deksel van de kasten optilt voelt de afdekplank daaronder warm aan en zie je druppeltjes condens. Tekenen dat het volk goed de winter is doorgekomen en de koningin al aan de leg is. Als je dan ook de kast even optilt en hij zwaar aanvoelt is dat een teken dat het volk nog voldoende voer heeft. Je hoeft de kast niet echt open te maken om te weten of het goed gaat met de bijen.
Eind maart/begin april doet de imker de voorjaarscontrole: wanneer de temperatuur wat hoger is maakt hij de kasten een voor een even open en worden de volken nauwkeurig gecontroleerd op aanwezigheid van eitjes/larfjes en broed, ziekten, vervuilde raten maar ook op de aanwezigheid van stuifmeel. Want zonder stuifmeel kan een bij niet. Als het goed is zie je dan het mooie, kleurrijke beeld zoals op de foto. Gelukkig zijn de drie volken bij Buitengewoon de winterperiode goed doorgekomen.
Voor een goede start in het voorjaar is het dus erg belangrijk dat er stuifmeel te halen is. Voorjaarsbloeiers zoals sneeuwklokjes, krokussen en hyacinten, maar ook hazelaar, wilg zijn dan zeer gewenst in de buurt van waar de bijenvolken staan. Ik hoor dan ook met veel plezier hoe de bijen bij de mensen van Buitengewoon en de samentuinders zo in de belangstelling staan en er veel bijenplanten worden gezaaid en gepoot.
Winter
Na een mooi voorjaar en een lange warme zomer zijn de bijen nu alweer in winterstemming. In de loop van augustus begint deze periode. Dan is er vrijwel geen nectar meer te halen en sterven ook de darren, dat zijn de mannetjes bijen. Ze vliegen nog wanneer de temperatuur hoog genoeg is zoals met het mooie en warme weer van de laatste tijd, maar er is niet zoveel meer te halen. Al zag ik in verschillende tuinen nog wel bloemen waarop bijen en ook hommels zaten met stuifmeel aan de pootjes. Een gevolg van de klimaatverandering?
In augustus/september worden ook de winterbijen geboren. Dat zijn normale bijen, maar ze leven de hele winter, tot ongeveer april. Ze loodsen het bijenvolk door de winter. Ze leven zolang omdat ze veel minder actief zijn en dus minder slijten dan de bijen in de zomer. Die leven niet langer dan 7-8 weken.
In deze winterperiode kan en moet de imker de volken een tijdje met rust laten. Hij moet in juli-september nog wel de volken behandelen tegen de schadelijke varroa mijt en zorgen voor voldoende voer, voornamelijk geconcentreerd suikerwater, zo’n 15 kg per volk. Na september wordt het kouder, zeker de nachten, en dan houden de volken zich op temperatuur, ca 38 graden C, door dicht tegen elkaar op een tros te gaan zitten. De kasten moeten dan dicht blijven. Dan is het voor de imker tijd om zijn spullen schoon te maken en te onderhouden.
